Voor het laatst gewijzigd op 24-feb-2009 |
|
Het 4L blok is van huis uit al een pittig 50cc motortje. Te pittig voor de nederlandse markt en dus werden er vanwege regelgeving begrenzingen aangebracht voor de nederlandse markt. Initieel betrof dit alleen de uitlaat en de carburateur (12 ipv 13mm). Later werd ook het carter begrensd waarover hieronder meer. De meest eenvoudige ingreep voor het vergroten van de snelheid is het inkorten van de uitlaatbocht. Deze heeft namelijk een verlengde bocht waardoor het venturi effect teniet wordt gedaan. De originele bocht is echter tevens voorzien van een draadeind welke je bij de montage van de uitlaat met flink wat geduld door de dempers heen moet rijgen. Aan de achterzijde wordt de aluminium kelk vastgezet middels een inzetstukje en 2 moeren op deze draadeind. Doordat het draadeind verloren ging bij het inkorten van de uitlaatbocht werd de kelk meestal met parkers o.i.d. vastgezet, veel vaker werd de rand van de uitlaat aan de achterzijde wat naar binnen getikt waarna je met een hamer de kelk op de pijp klopte. Dit is denk ik ook de reden ervan dat je tegenwoordig maar zelden een complete uitlaat tegenkomt inclusief de kelk die overigens voor een groot deel verantwoordelijk is voor het klassieke 4L geluid. Het beste resultaat krijg je wanneer je de bocht zover inkort dat deze precies voor de diffusor (daar waar de demper conisch uiteen begint te lopen) eindigt. Zonder in de allerlei technische uiteenzettingen te vervallen wordt door de venturi een zuigende werking tot stand gebracht die de verbrande gassen als het ware de cilinder uitzuigen. Uiteraard dien je na het afzagen een lang draadeind op de bocht te (laten) lassen zodat je de demper en kelk normaal (gasdicht) kunt monteren. Dit voorkomt ook zo'n typisch zwabberende uitlaat zoals je die vroeger best wel veel zag. Er werd vroeger zelfs een speciale zwabberpook ophanging voor geleverd om dit effect tegen te gaan. Een originele 4L uitlaat beschikt over 3 dempers, 1 vaste en 2 losse. Vaak werden deze losse dempers verwijderd en werd de vaste voorzien van extra gaten met als gevolg alleen maar meer herrie. Belangrijk is evenwel dat de pijpjes van deze dempers snel vol koolaanslag kunnen raken, het is zaak om deze goed schoon te houden omdat de motor anders te heet kan lopen met schade door pingelen (detoneren) of zelfs een vastloper tot gevolg. Na het inkorten van de uitlaatbocht is het zaak om het extra vermogen in meer snelheid om te zetten middels de montage van een groter kettingtandwiel aan de voorzijde. Origineel zit er een 11 tands tandwiel aan de voorzijde met een 34 tands tandwiel aan de achterzijde. Na de uitlaatingreep is het mogelijk om met 13/34 of 14/34 te rijden zonder al te veel terugval bij windlast met mooie lange versnellingen die goed doorlopen bij het opschakelen. Door de ingreep van de uitlaat wordt er meer mengsel uit het cartergezogen en ontstaat er een betere verbranding. Bovendien is de inlaatslag nu effectiever en kan er meer mengsel worden binnengepompt. De originele maat 66 sproeier zal dan ook door een groter exempaar vervangen moeten worden. Welke maat precies is lastig te zeggen. In de praktijk betekent dit dat je een voorraadje sproeiers dient aan te leggen waaruit je dan door trial and error de beste selecteert. Uit het verleden komt mij nu maatje 72 als bekend voor. Vroeger maakte je in de praktijk vaak gebruik van een verstelbare sproeier die je onder het rijden (volgas in hoogste versnelling) afstelde. Verkeerd afstellen (te arm) betekende echter nogal eens een vastloper op termijn door het gebrek aan smering dus persoonlijk ben ik geen groot voorstander van... Met de hierboven beschreven redelijk eenvoudige ingrepen wordt al vlotjes een snelheid van zo'n 65 tot 70 kmph verkregen, dus ver boven de toegestane snelheid van 45kmph. Dit was dan ook de reden voor Tomos (onder druk van de wetgeving naar ik aanneem) om later een aanpassing te maken in het linker carter, de zogenaamde extra carterruimte welke verbonden is via twee gaten met de krukas ruimte. Deze beperkt de onderdruk tijdens het aanzuigen van vers mengsel en tevens de compressie van dit mengsel bij de neergaande slag. Het merendeel van de tegenwoordige blokken beschikt over deze begrenzing hetgeen vanaf de buitenzijde niet te zien is. De snellere carters hebben echter veelal de letter S (van snel?) bovenop het linkercarter ingeslagen hoewel dat bij oudere exemplaren natuurlijk niet het geval was. Elders op deze site is te zien hoe deze gaten kunnen worden gedicht.
|